Het is nu al een jaar van uitersten; eerst een onbespeelbare baan vanwege de vele regen, en nu is de baan kurkdroog.
Zo erg dat de fairways hard, kaal en soms zelfs verbrand zijn. Volgens de klimaat experts zullen we aan de extremen moeten wennen. Als dat zo is, dan maar liever een te droge baan.
Voor het spel heeft de harde baan ook voordelen: de bal stuitert en rolt lekker door zodat je verder slaat dan ooit. Ook de hoge temperatuur helpt daarbij want het lijf is soepel en draait beter en de hoge luchtdruk doet de bal verder vliegen. Best leuk!
De nadelen zijn dat het inschatten van de afstand en de soms onvoorspelbare stuiters het doseren lastig maken.
Vooral het goed raken van de bal geeft voor velen nogal wat problemen. De zool van de club kan niet onder de bal door glijden. Daarom ketst de zool vooral met de ijzers voor het raken van de bal omhoog. De bal wordt getopt en het gevolg is dat de bal over de green heen schiet.
Dit kan gebeuren met de full-swing, maar net zo goed tijdens pitchen en chippen. Zelfs swingen met hybrides en fairwaywoods vanaf de harde ondergrond is lastig.
Maar zoals zo vaak in golf is de oplossing simpel maar misschien eerst tegenstrijdig.
Je wilt immers graag een hoge balvlucht om deze te stoppen.
Maar juist door die hoogte-wens mislukt de slag vaak. Op een harde baan moet je accepteren dat de bal juist lager moet vliegen voor succes. Op links-banen is dit vaak zo. Zie de foto gemaakt op de fairway van de Kennemer golfclub in Zandvoort.
Wat je moet doen is met iedere slag ervoor zorgen dat op het raakmoment de shaft van je golfclub voorover staat zodat je de bounce (zie foto) van de zool van je golfclub nivelleert tot nul.
De zool stuitert niet meer op maar scheert over de harde grond.
De club heeft wel minder loft, dus de bal vertrekt lager. Omdat er geen gras tussen bal en clubhoofd komt krijg je een zuiver contact met meer spin op de bal.
Daardoor stopt de bal toch op de green ondanks dat deze lager vliegt.
Dus: voor de slag (full swing, pitch en chip én met iedere stok!) het gewicht op de voorste voet door je schouders te kantelen. De shaft wijst ook voorover, naar het bovenbeen, en de balpositie is met alle clubs in het midden tussen de voeten.
Zorg ervoor dat je in de backswing weinig of
geen gewichtsoverdracht hebt maar eindig de swing wel helemaal op het voorste been.
Zo raak je de bal met minder loft, maar wel zuiver dus met spin.
Succes en geniet van ieder jaargetijde!
Martin Wedema